Tom Delagrense - medewerker atelier D&A

 

Ik ben atelierbegeleider in OP STAP 2, een atelier met voornamelijk cliënten met autismespectrum stoornissen en licht tot matig verstandelijke beperking.  Daarbij probeer ik zinvolle dagbesteding te geven en er vooral op een gestructureerde manier voor te zorgen dat de cliënten zich veilig voelen in onze werking.
‘De gasten verstaan, terwijl ze vaak niet begrepen worden’
is een mooie uitdaging.  We zoeken bij elke cliënt naar de manier waarop hij zich uit om te ontdekken hoe hij zich voelt. De dag nadien nemen we die gevoelens en uitingen mee als leerproces en gaan we daar verder mee aan de slag.

Ik ben nog niet zo lang aan het werk binnen Groep Ubuntu. Er is een goede samenwerking met de collega’s, waarbij elk individu zijn kwaliteiten heeft. De meeste
collega’s hebben al heel wat ervaring en daar probeer ik wat extra vernieuwingen en inzichten aan toe te voegen. Zo kan iedereen zijn steentje bij dragen aan een aangename werking.  Ons team bestaat uit warme mensen en dat is één van de voornaamste eigenschappen die je moet hebben om hier te werken.


Waarom deze organisatie?
In vergelijking met mijn vorige werkgevers vind ik dat je in een organisatie als Groep Ubuntu de vrijheid hebt om je atelier uit te bouwen. Je kan zelf als begeleider mee bepalen hoe je dag er ziet. Je kan hierdoor meer zelf dingen gaan aanpakken.
Ik kende de organisatie eigenlijk van toen ik nog een kind was. Ik stond altijd vroeg aan de schoolpoort te wachten. Daardoor zag ik elke dag het busje van Groep Ubuntu (toen nog ‘de feniks’) passeren. En elke dag zaten zij te zwaaien. En ik zwaaide dan altijd terug. Dat beeld van de cliënten is me altijd bijgebleven. Groep Ubuntu als naam is in de in de buurt erg gekend. Ook in het zwembad kwam ik vaak cliënten tegen met hun begeleider. Toen dacht ik, als ik ooit begeleider word, dan wil ik misschien ook graag bij GU werken.

           

       


De cliënten staan hier centraal en worden als volwaardige mensen ondersteund. De begeleiders gaan uit van mogelijkheden en niet zozeer van hun beperking.
De meeste energie krijg ik van de kleine succesjes die je bereikt, zo merk je dat je hen echt verder kan helpen. Als ze nog eens in een gelijkaardige situatie terechtkomen, voel je meteen dat ze daaraan herinnerd worden en moeite doen om rond die blokkade te stappen.
Als begeleider wil je ook ergens een vriend, soms een vader, soms een broer voor de cliënten zijn. Het is maar op een menswaardige, liefdevolle manier dat je echt dingen kan bereiken met cliënten. Als het oprecht is, voelen en beseffen ze dat ook.