De zorgvragen waarmee we geconfronteerd worden, worden alsmaar complexer. Tegelijk geloven we bij Groep Ubuntu dat niemand tussen de mazen van het net mag glippen. Om daar een antwoord op te bieden, zetten we meer dan ooit in op intersectoraal samenwerken, omdat dit de basis vormt voor geïntegreerde zorg. En die aanpak werpt duidelijk vruchten af. We gingen erover in gesprek met cliëntmanager Lien Coudijzer.
Van doorverwijzen naar samenwerken
Lien: ‘De voorbije jaren bracht de komst van Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH) een golf aan nieuwe vragen met zich mee met lange wachtlijsten tot gevolg. Waar mensen met (een vermoeden van) een beperking automatisch werden doorgeschoven naar het VAPH, willen we nu het omgekeerde: heel wat mensen kunnen perfect geholpen worden binnen de reguliere zorg, als wij kunnen bijschakelen vanuit handicapspecifieke expertise. Dit is ook de tendens waar de overheid op wil inzetten om tot een inclusieve samenleving te komen. Ons project Hands-On sluit perfect aan bij die doelstelling en is ondertussen goed ingeburgerd geraakt. In plaats van door te verwijzen bouwen we bruggen tussen sectoren. Die verschuiving vraagt om samenwerking, afstemming en vertrouwen.
Tegelijk merken we dat zorgvragen almaar complexer worden en dat we op onze grenzen botsen. In de nieuwe nota van de Vlaamse regering worden drie zorgniveaus onderscheiden: RTH, PVB en een derde niveau voor mensen met complexe, meervoudige zorg- en ondersteuningsnoden. Bij die laatste groep ligt de focus op geïntegreerde zorg en cofinanciering: middelen, inzet en verantwoordelijkheden worden gedeeld. Geïntegreerd zorg betekent dat elke hulpverlener of dienst naadloos samenwerkt, zodat de cliënt één gedragen traject doorloopt, zonder herbeginnen, met de juiste expertise precies waar en wanneer het nodig is.’
Is dat iets nieuws? Onze mobiele coaches zijn toch al lang vertrouwd met samenwerken over sectoren heen?
Lien: ‘Dat klopt, met psychiatrie, pleegzorg, (jeugd)rechtbanken, sociale huisvestingsmaatschappijen, gezinszorgdiensten, … noem maar op. Op casusniveau gebeurt er al veel. Maar nu zetten we ook structureel stappen. We bouwen bruggen met de geestelijke gezondheidszorg, bijvoorbeeld via Dia-Mo, de provinciale stuurgroep dubbeldiagnose, ELP, ook werken we met VDAB en OCMW (via o.a. ’t PACT), met CAW (dedicated team, medewerker in het housing-first team) en met diverse partners uit doelgroepgerichte sectoren zoals Back-on-track+ en Join light.
We willen hiermee komen tot één zorgregisseur rond de cliënt die de nodige expertise aangereikt krijgt. Niet meer van het kastje naar de muur, maar een gedeelde verantwoordelijkheid en naadloze opvolging. Wij brengen onze handicapspecifieke expertise in bij andere organisaties of via projecten of we halen de nodige expertise via onze partners in huis. Zo kunnen we mensen blijven ondersteunen in hun vertrouwde omgeving (of dat nu bij ons of elders is). We kiezen er bewust voor om geen mensen uit andere sectoren (zoals psychiatrisch verpleegkundigen) in dienst te nemen, maar hen binnen hun sector aan de slag te laten, zodat ze de voeling met de doelgroep en wetgeving binnen hun sector blijven behouden. Ad hoc doen we dit wel omdat andere invalshoeken in een team altijd een grote meerwaarde vormen.’
Geven we op die manier de expertise en knowhow die we in huis hebben niet weg aan andere organisaties?
Lien: ‘Intersectoraal werken is geen eenrichtingsverkeer. Onze begeleiders leren van collega’s uit andere sectoren, en omgekeerd. Die kruisbestuiving versterkt ook onze teams én onze visie. We zetten collega’s deeltijds in in externe projecten zoals Back on Track+ of Dia-mo. Zo houden ze voeling met het veld én brengen ze waardevolle ervaring terug in huis. Dat zoeken naar die win-win is en blijft wel een uitdaging.
Voor sommige cliënten betekent dit dat ze de weg naar het VAPH niet meer hoeven af te leggen. Anderen zullen daardoor sneller de juiste hulp krijgen, terwijl wij ons kunnen richten op wie ons echt nodig heeft. Wanneer mensen voortdurend worden doorverwezen, gaat veel tijd en energie verloren. Bovendien lopen zij telkens nieuwe faalervaringen op, wat efficiëntie en kwaliteit van zorg ondermijnt. Door hen in een vertrouwde omgeving te ondersteunen en de juiste expertise bij te schakelen, realiseren we geïntegreerde zorg die een groot verschil maakt voor de cliënt én houden we de zorg draaglijk voor onze teams.’

Hoe zie je dat naar de toekomst toe?
Lien: ‘We geloven dat intersectoraal samenwerken een middel is om tot geïntegreerde zorg te komen, we geloven in bruggen bouwen in plaats van doorverwijzen. In cofinanciering om zorg op maat mogelijk te maken, ook binnen onze eigen muren. Want telkens opnieuw herbeginnen is niet alleen belastend voor cliënten, maar zeker ook voor medewerkers.
We zijn trots op wat we al doen. We zitten mee aan tafel bij het uitschrijven van beleid, we pionieren en effenen het pad voor anderen. We blijven dromen van een zorglandschap waarin elke organisatie vanuit haar expertise bijdraagt, maar waarin we samen kijken naar wat écht telt: de mens achter de vraag, zonder onze eigen grenzen uit het oog te verliezen.’